Ziekenhuisfactuur onder de loep

Een opname in het ziekenhuis is niet altijd even prettig, maar soms helaas noodzakelijk. Na de opname volgt de factuur, waarvan de interpretatie niet altijd even makkelijk is. De lay-out is wettelijk geregeld. In volgend artikel helpen we je graag door deze factuur te verduidelijken.

Bij je opname krijg je steeds een toelichting van de opnameverklaring.
In deze opnameverklaring staan alle elementen van de factuur uitgelegd. Aan de hand van een fictieve factuur geven we meer toelichting. De patiënt moet een bedrag van 1.882,28 euro betalen. Op de eerste pagina vind je onderaan de begeleidende brief, een overschrijvingsformulier terug. Dit dien je te gebruiken bij het betalen van de factuur. Vervolgens is er een overzichtsblad waar alle kosten kort en bondig opgelijst staan.

1. Kosten voor verblijf of revalidatie:
Dit bestaat uit je persoonlijk aandeel voor verblijf/revalidatie en het kamersupplement. Een kamersupplement mag worden gefactureerd als je op een eenpersoonskamer verblijft en daarvoor gekozen hebt.

2. Forfaitair aangerekende kosten:
Dit zijn wettelijke forfaitaire bedragen die aan alle opgenomen patiënten aangerekend worden, ook al kreeg je geen onderzoek op deze dienst of zag je geen arts van deze dienst, bijvoorbeeld medische beeldvorming.

3. Apotheek-kosten:
Deze kosten omvatten geneesmiddelen, implantaten, prothesen, medische hulpmiddelen zoals bepaalde soorten hechtingsmateriaal, materiaal gebruikt bij kijkoperaties,…

4. Honoraria voor zorgverleners:
Dit bestaat uit jouw persoonlijk aandeel voor honoraria en supplementen. Deze supplementen mogen door zorgverleners worden aangerekend als je op een eenpersoonskamer verblijft en daarvoor gekozen hebt.

5. Diverse kosten:
Dit kan bijvoorbeeld gaan over een parkeerkaart, internetaansluiting, extra eten en drinken, hygiënische producten, kapper … Wanneer een ouder bij een kind verblijft op de kinderafdeling wordt er ‘Rooming-in’ aangerekend. Dit valt mee onder de rubriek “diverse kosten”.

6. Reeds door jou betaalde voorschotten:
Dit kan gevraagd worden per verblijfsperiode van 7 dagen. 

Vanaf de vierde pagina krijg je een gedetailleerd overzicht van alle kosten gemaakt tijdens de ziekenhuisopname. Zoals je kan zien is de factuur ingedeeld in een aantal rijen en kolommen. De kolommen worden steeds opgedeeld in ‘Ten laste voor het ziekenfonds’ (dit is niet ten laste van de patiënt, maar wordt door je ziekenfonds betaald), ‘Ten laste van de patiënt’ en ‘Supplement’ (ook ten laste van de patiënt).

1. Verblijfskosten – revalidatiekosten:
De patiënt heeft zowel op een eenpersoonskamer als op een meerpersoonskamer gelegen. Bij een meerpersoonskamer is het grootste deel ten laste van het ziekenfonds. Een klein aandeel wordt betaald door de patiënt. Bij een eenpersoonskamer wordt er ook een kamersupplement aangerekend. Dit dient eveneens door de patiënt betaald te worden. Het totaal van de verblijfskosten, aangerekend aan de patiënt, komt op 555,27 euro (222,27 + 333 euro). Het grootste gedeelte, zijnde 5.291,73 euro, wordt verrekend aan het ziekenfonds.

2. Forfaitair aangerekende kosten:
Op de factuur zijn in dit geval forfaitaire kosten aangerekend voor klinische biologie, medische beeldvorming, wachtdienst en geneesmiddelen.
Dit brengt het totaal voor de patiënt op 21,08 euro. Het ziekenfonds betaalt 570,95 euro. Het gaat om wettelijk bepaalde forfaits die onafhankelijk zijn van het feit of de patiënt de arts in kwestie heeft gezien of niet. Dit kan soms tot verwarring leiden, maar zijn wettelijk correcte forfaits.

3. Apotheek:
Onder deze rubriek krijg je een overzicht van de medicatie, parafarmaceutische producten en implantaten die tijdens de opname gebruikt werden.
Dit wordt opgedeeld in ‘vergoedbare’ en ‘nietvergoedbare’ geneesmiddelen. Vergoedbare middelen worden totaal of deels aangerekend aan het ziekenfonds. De niet-vergoedbare middelen dien je als patiënt volledig zelf te betalen. Op de voorbeeldfactuur gaat dit onder andere over morfine en Dafalgan®. De overheid bepaalt welke geneesmiddelen/implantaten terugbetaalbaar zijn en welke niet. De apotheek-kosten komen voor de patiënt X op 993,19 euro. Het grootste gedeelte, 2.252,53 euro, is ten laste van het ziekenfonds.

4. Honoraria van zorgverleners:
Aangezien deze patiënt X voor een deel van de ziekenhuisopname op een eenpersoonskamer lag, worden er in de rechterkolom supplementen aangerekend.
Dit zijn honorariumsupplementen. Deze worden samen met het deel dat ten laste is van de patiënt (= remgeld, wettelijk vastgelegd persoonlijk aandeel voor een (para-)medische behandeling) door de patiënt betaald. In totaal komt dit dus op 425,24 euro (86,08 + 339,16 euro). 1.484,29 euro wordt door het ziekenfonds betaald. Het maximale ereloonsupplement in ons ziekenhuis bedraagt 150% van de wettelijke vergoeding (In uitzonderlijke omstandigheden kan dit meer bedragen dan 150%.).

5. Diverse kosten:
Alle diverse kosten op de factuur zijn ten laste van de patiënt. Hierin komt het ziekenfonds niet tussen.
Hier worden ook geen supplementen op gerekend. Het totaal van de diverse kosten komt op 37,50 euro.

6. De totale kosten:
In totaal betaalt deze patiënt 2.032,28 euro aan het ziekenhuis. Maar er werd reeds 150 euro voorschot betaald. Wanneer we dit verrekenen heeft de patiënt nog een openstaande factuur van 1.882,28 euro.

Veel patiënten hebben, naast de verplichte verzekering bij het ziekenfonds, ook nog een aanvullende hospitalisatieverzekering. Deze verzekering komt dan (deels) tussen in het bedrag ten laste van de patiënt (de 2.032,28 euro waarvan hierboven sprake). De voorwaarden voor terugbetaling van de kosten kunnen sterk verschillen naargelang de door jou gekozen hospitalisatieverzekering.
We bevelen dan ook sterk aan om telkens voor opname contact te nemen met je verzekeraar of je polis grondig door te nemen zodat je op basis daarvan de juiste kamerkeuze neemt en bij ontvangst niet voor verrassingen te staan.

Bovenstaand artikel verscheen in ons wachtzaaltijdschrift Imeldazine. Je kan dit artikel integraal nalezen via deze link.