Triple diagnostiek

Bij triple diagnostiek wordt er op drie verschillende manieren onderzoek wordt gedaan naar de afwijking in de borst, namelijk door middel van mammografie-echografie, punctie en weefselonderzoek, en klinisch onderzoek. Deze onderzoeken kunnen vrij snel op elkaar volgen.

Mammo-echografie

Een tomosynthese mammograaf maakt een scan die 3D-mammografiebeelden maakt, waardoor borstkanker beter en sneller kan worden ontdekt. Wij beschikken over de meest moderne apparatuur, die ons in staat stelt een beter beeld te krijgen van de aard en de uitgebreidheid van de (mogelijke) tumor – zelfs in dicht borstweefsel.
Heel vaak wordt een echografie uitgevoerd ter vervollediging van een mammografie (beter dieptezicht op het klierweefsel) of om een zwelling (of pijnlijke regio) verder te evalueren.

mammografie
mammografie met tomosynthese
echografie van de borsten
screening - mammografie

Punctie en weefselonderzoek

Soms is het nodig een biopt te nemen, er wordt dan een stukje weefsel weggenomen. Ook dat gebeurt in de meeste gevallen direct. Het weefsel wordt onmiddellijk naar de patholoog gebracht voor onderzoek. Deze uitslag is in de regel binnen 48 uur bekend. Indien dit langer duurt, heeft dit te maken met het soort biopt en houdt dit niet direct in dat de uitslag niet goed is.
Mammotoom is een punctietechniek waarbij er weefselstaaltjes genomen worden uit het letsel onder geleiding van beeldvorming.
Voor het richten van de naald kan mammografie of echografie worden gebruikt. Mammografie wordt gebruikt als het gaat om micro-verkalkingen, echografie wanneer het gaat om knobbeltjes of andere onregelmatigheden die echografisch zichtbaar zijn. Door de precisie van de techniek kunnen hiermee zeer kleine afwijkingen worden gebiopsieerd.

punctie of corebiopsie van de borst
stereotactische biopsie van de borst/mammotoom

Klinisch onderzoek

Met het klinisch onderzoek worden de anamnese en het lichamelijk onderzoek bedoeld dat de arts uitvoert wanneer iemand naar het borstcentrum komt. De arts zal eerst vragen of de patiënt zelf veranderingen in de borst heeft opgemerkt. Deze veranderingen een knobbeltje zijn, maar ook of de borsten pijnlijker zijn en of er sprake is geweest van tepeluitvloed. Daarnaast zal de arts graag willen weten of er borstkanker in de familie voorkomt en op welke leeftijd dat bij deze familieleden is ontdekt. Ook zal hij of zij vragen naar de voorgeschiedenis en dan met name of naar eerdere borstkanker of bestralingen voor andere ziekten.
Na deze vragen zal de arts de borsten goed bekijken om te bepalen of er afwijkingen zichtbaar zijn. Vervolgens bevoelt de arts beide borsten op zoek naar afwijkingen. Ook wordt er gevoeld in de oksels om te kijken of hier vergrote lymfklieren aanwezig zijn.