Fuchs dystrofie

Wat is Fuchs dystrofie?

Fuchs dystrofie is een langzaam toenemende aandoening die ontstaat doordat de cellen van het binnenste laagje (endotheel) van het hoornvlies (cornea) langzaam in aantal afnemen. De endotheelcellen van het hoornvlies hebben een belangrijke functie. Ze pompen het water uit het hoornvlies, zodat het hoornvlies dun en doorzichtig blijft. Neemt het aantal endotheelcellen te veel af, dan vermindert de pompfunctie. Daardoor hoopt het vocht zich op en wordt het hoornvlies geleidelijk aan troebel.

De aandoening komt meestal aan beide ogen voor en het zicht verslechtert langzaam. Fuchs dystrofie komt in bepaalde families meer voor door een erfelijke component. Vrouwen krijgen er vaker mee te maken dan mannen. De diagnose wordt over het algemeen gesteld bij mensen tussen de vijftig en zestig jaar. Heel soms openbaart dystrofie van Fuchs zich op jonge leeftijd.

Symptomen Fuchs dystrofie

In eerste instantie geeft Fuchs dystrofie meestal geen klachten. Pas op latere leeftijd kunnen onderstaande klachten ontstaan:

  • Allereerst zorgt het verlies van endotheelcellen voor meer lichtverstrooiing. Hierdoor ontstaan strooilichtklachten: last van felle lichtbronnen (koplampen van tegenliggers) en het minder goed zien van contrast.
  • Wisselend verminderd zicht. Het zicht is meestal in de ochtenduren het slechtst en verbetert gedurende de dag. Dit komt omdat ’s nachts de ogen gesloten zijn. Het vocht kan daardoor niet verdampen en stapelt zich op in het hoornvlies. Bij vergevorderde Fuchs endotheeldystrofie is het zicht de hele dag slecht.
  • Pijn en/of het gevoel dat er zand in het oog zit.
  • Overmatige traanproductie.