Mogelijke risico's en complicaties

Afstoting

Bij een transplantatie is er altijd een risico dat het donorhoornvlies afgestoten wordt omdat het als ‘vreemd’ beschouwd wordt door het immuunsysteem van je lichaam. De kans op afstoting is op zich wel vrij laag. Bovendien ben je beschermd door de cortisone druppels die je neemt ter preventive van afstoting. De periode waarin je het meeste risico loopt op afstoting is zes maanden tot een jaar na de transplantatie. Afstoting kan echter op elk tijdstip na de transplantatie voorkomen, tot zelfs jaren later. Daarom is het heel belangrijk om de alarmsignalen te herkennen die wijzen op een mogelijke afstoting: 
Rood pijnlijk oog
Forse visusdaling  
Lichtschuwheid

Andere risico’s en verwikkelingen

Als het binnenste laagje van het hoornvlies niet goed vast blijft zitten bij een endotheeltransplantatie (Dmek of Dsaek) moet u opnieuw geopereerd worden, maar doorgaans hoeft dan niet een nieuwe donor gebruikt te worden.
Wat het oog zelf betreft bestaat er een zeer kleine kans op een bloeding, een besmetting of een ontsteking met ernstige gevolgen voor het oog.
Na de operatie bestaat de kans dat het oog een te hoge druk vertoont of dat de ooglens sneller troebel wordt (= cataract). Daarom is het zeer belangrijk dat je je houdt aan de voorziene controles in het ziekenhuis. 
Na een zware, directe klap op het oog, kan de greffe loskomen ter hoogte van het litteken. 
De levensduur van alle donormateriaal is beperkt in tijd, maar meestal gaat een donorhoornvlies toch 15 tot 20jaar lang mee.