Cataract: chirurgische behandeling

Verdoving en voorbereiding.

De operatie gebeurt via een dagopname. De meerderheid van de ingrepen wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving met oogdruppels. In sommige gevallen wordt gekozen voor een sedatie of een algemene verdoving. Dit wordt vooraf op de raadpleging besproken.
- Bij een plaatselijke verdoving moet je niet nuchter zijn.
- Bij de sedatie en algemene narcose zal je nuchter moeten zijn en zullen bijkomende onderzoeken bij de huisarts meestal noodzakelijk zijn.
- De dagelijkse medicatie mag de dag van de operatie ingenomen worden (ook bloedverdunners).

Je zal 1 à 2 uur voor de ingreep in het dagziekenhuis verwacht worden om de nodige voorbereidingen te treffen

Techniek.

De troebele lens wordt verwijderd aan de hand van fijne verbrijzel- en zuiginstrumenten (phaco-emulsificatie) langs een kleine insnede (minder dan 3 mm). Nadien wordt de kunstlens in het oog gebracht en in een lichaamseigen lenskapsel (kapselzak) geplaatst.
De insnedes zijn zelfsluitend.

Na de ingreep wordt een oogschelp aangebracht en oogdruppels toegediend.
De ingreep duurt ongeveer een halfuur. Na de ingreep mag je naar huis gaan.

Herstel na de ingreep

De eerste uren na de operatie kan het oog wat prikken en is het zicht nog wazig. De gezichtsscherpte zal snel verbeteren, met al een behoorlijk zicht de eerste dag na de ingreep. In  de meeste gevallen is het oog bijna pijnloos. In geval van pijn mag een pijnstiller (dafalgan) worden ingenomen.
De nazorg bestaat uit het toedienen van oogdruppels (antibioticum en ontstekingsremmer) gedurende vier weken na de ingreep. Er zullen ook een aantal controles bij de oogarts gepland worden. De aanpassing van de brilglazen gebeurt bij de laatste controle, ongeveer een maand na de operatie.
Tijdens de herstelperiode kan je een normaal leven leiden (lezen, televisiekijken, computer, lichte huishoudelijke taken enz.) met enkele uitzonderingen:

  • het oog moet beschermd worden tegen infecties (vb: niet zwemmen)
  • het besturen van een voertuig wordt pas toegelaten na voldoende herstel van de gezichtsscherpte en met toestemming van de oogarts
  • zware fysieke inspanning en het opheffen van zware voorwerpen zijn niet toegestaan

Tijdens de eerste weken kan u wat last ondervinden van fel zonlicht en kan het oog soms prikken of jeuken.
 

Type implantlens

Er bestaan verschillende soorten implantlenzen met elk hun voor- en nadelen.

  1. Monofocale implantlens

    Een monofocale implantlens geeft een scherp beeld op één afstand. Na de operatie is de patiënt afhankelijk van een leesbril en/of vertebril.

    Patiënten met astigmatisme (vormafwijking hoornvlies) zullen op alle afstanden een bril nodig hebben. Bij patiënten met astigmatisme kan een torische monofocale lens geïmplanteerd worden, deze lens corrigeert eveneens het zicht op 1 afstand (na de ingreep is het gebruik van een leesbril of vertebril nodig. Deze implantlenzen worden grotendeels vergoed door het ziekenfonds (ongeveer 100€ ten koste van patiënt).
     

  2. EDOF implantlens (Extended Depth of Field)

    Bij dit type implantlens wordt de afstand van het scherp zicht uitgerokken van veraf tot de tussenafstand. Met dit type implantlens kan u dus zonder bril ver en intermediair kijken (vb computer, muziekpartituur, koken, dashboard), maar om te lezen blijft de leesbril nog wel nodig.
    Deze lenzen zijn ook verkrijgbaar in de torische variant, voor patiënten met astigmatisme. Deze lens kent minder bijwerkingen zoals lichtschitteringen en halo’s dan multifocale kunstlenzen. Deze lens is duurder en wordt niet vergoed door het ziekenfonds.
     

  3. Multifocale implantlens

    Patiënten die na de cataractoperatie niet meer afhankelijk willen zijn van een bril of contactlenzen kunnen kiezen voor een multifocale lens.
    Bij multifocale (of trifocale) implantlenzen wordt het zicht gecorrigeerd op drie afstanden, namelijk veraf, intermediair (computerscherm, dashboard van de auto, tablet) en kortbij (boek lezen). Met deze implantlenzen hebt u meestal geen bril meer nodig. Deze lenzen zijn ook verkrijgbaar in de torische variant, voor patiënten met astigmatisme. De scherpte op afstand en bij lezen zal voor multifocale lenzen bij duisternis wat afnemen ten opzichte van daglicht. ’s Avonds kan men halo’s ervaren (lichtkransen om een lichtbron): dit is het gevolg van de bouw van de lens (kringen in de lens). Meestal verdwijnt deze klacht na een tijdje. Bij patiënten met een netvliesprobleem, hoornvliesprobleem of glaucoom is het meestal niet mogelijk een multifocale kunstlens te plaatsen. Deze lens is duurder en wordt niet vergoed door het ziekenfonds.

De keuze van de implantlens zal besproken worden op de preoperatieve raadpleging.

Verwikkelingen tijdens de ingreep

Een cataractoperatie is een veilige operatie die meestal tot zeer goede resultaten leidt. Verwikkelingen zijn zeldzaam met een gemiddelde van minder dan 5%. Meestal hebben de verwikkelingen tot gevolg dat het zicht trager zal herstellen.

Mogelijke complicaties zijn:

  • een scheur van het lenskapsel 
  • netvliesloslating
  • bloeding
  • infectie
  • zwelling van het centrale netvlies (macula-oedeem)
  • zwelling van het hoornvlies (cornea-oedeem)
  • tijdelijke  oogdrukstijging
  • het kan gebeuren dat het inplanten van de kunstlens tijdens de ingreep onmogelijk blijkt te zijn of niet aangewezen (om redenen die aan het licht komen tijdens de ingreep). De chirurg kan dan besluiten de inplanting niet te verrichten. De inplanting gebeurt dan tijdens een tweede ingreep. 

De meeste complicaties zijn goed te behandelden en zijn geen reden om zich niet te laten opereren (zonder operatie zal het zicht geleidelijk aan slechter worden door de toename van de cataract).

De sterkte van het brilglas na de operatie kan soms afwijken van wat besproken en voorzien werd.
De sterkte van de kunstlens wordt voor de ingreep berekend aan de hand van optische metingen (biometrie van de oogaslengte en kromming van het hoornvlies).Soms is de bouw van het oog of de littekenvorming verantwoordelijk voor afwijkingen in de berekeningen.

Nastaar

Bij 30 à 50% van de cataractoperaties zal het achterste deel van het lenskapsel vertroebelen in de komende maanden of jaren na de ingreep. Dit wordt nastaar genoemd, en deze vermindert de gezichtsscherpte.
De behandeling van nastaar gebeurt op de raadpleging door middel van een pijnloze laserbehandeling (waarbij een opening wordt gemaakt in het centrale deel van het achterste lenskapsel).

Neem onmiddellijk contact op met je arts

bij één van de volgende symptomen na de operatie:

  • plotse vermindering van het zicht
  • hevige pijn die niet verdwijnt na het gebruik van een pijnstiller
  • misselijkheid of braken
  • ongeval of trauma aan het oog