Chirurgische behandeling

Voor chirurgische behandeling van de steen beslist de uroloog welke methode het meest aangewezen is. Hierbij wordt rekening gehouden met de algemene toestand van de patiënt, de locatie en grootte van de steen, de samenstelling van de steen, en de anatomie van de urinewegen.

De uroloog heeft 3 behandelingsmogelijkheden ter beschikking:

  • ESWL = extracorporele shockwave lithotrypsie of niersteenvergruizer
  • Therapeutische ureterorenoscopie
  • PNL = percutane nefrolitholapaxie

ESWL of niersteenvergruizer

Hierbij worden geluidsgolven gericht op een brandpunt. Via RX of radiografie wordt de steen opgezocht en geplaatst in het brandpunt van de schokgolven. De bedoeling hiervan is de steen te breken zodat de stukken gruis spontaan geloosd kunnen worden.

Niet alle stenen zijn even hard, zodat niet alle stenen op deze wijze behandeld kunnen worden. Voor grote, harde stenen is meer energie nodig zodat soms meerdere behandelingssessies noodzakelijk zijn. Ook weten we dat stenen in de urineleider vaak minder goed breken, onafhankelijk van grootte en hardheid.

Er worden meestal een 3000-tal schokgolven/sessie toegediend. Deze zijn eerder pijnlijk en om goed te kunnen focussen dient de patiënt zeer stil te blijven liggen. Daarom wordt de ingreep in ons ziekenhuis onder sedatie of narcose uitgevoerd. Patiënt komt hiervoor nuchter binnen in het dagziekenhuis.

Hoewel bij deze procedure niet gesneden wordt, kunnen de schokgolven in uitzonderlijke omstandigheden wel aanleiding geven tot bloeduitstortingen. Het is dan ook zeer belangrijk dat de patiënt vooraf het gebruik van bloedverdunners meldt.

Bloed in de urine kan voorkomen na deze procedure.

Het gruis dat na de procedure afzakt kan aanleiding geven tot een nieuwe nierkoliek. Maatregelen hier zijn gelijkaardig aan deze voor behandeling van kleine stenen: pijnstilling zoals voorgeschreven door de arts en vochtbeperking. Bij koorts of onhoudbare pijn dient men zich onmiddellijk tot de dienst spoedgevallen te wenden.

Ureterorenoscopie (URS)

Bij deze ingreep gaat de uroloog met een cameraatje waar een werkkanaaltje door loopt via de plasbuis en de blaas tot in de urineleider op zoek naar de steen. Kleine stenen kunnen met een tangetje of een netje gevangen en verwijderd worden. Grotere stenen worden met de laser tot fijn gruis verkruimeld, dat spontaan uitgewaterd wordt.

De procedure gebeurt steeds onder algemene narcose in dagziekenhuis of met 1 overnachting in het ziekenhuis.

Na de ingreep hebben vele patiënten bloed in de urine. Ook pijn (koliekpijn) kan enkele dagen aanhouden door zwelling van de urineleider. Hiervoor wordt pijnstilling voorgeschreven.

Wanneer de steen of de ingreep schade aan de wand van de urineleider veroorzaakt, zal de uroloog een DJ-stent nalaten tot de urineleider genezen is. Door de stent heeft men het gevoel vaak en dringend te moet plassen. Vaak veroorzaakt hij ook bloed in de urine (tot enkele dagen na verwijderen van de stent). De stent wordt op de raadpleging verwijderd.

Bij koorts of pijn die niet onder controle is met klassieke pijnstilling moet je je -ongeacht of een stent werd nagelaten of niet- op spoed aan te melden.

Percutane nefrolitholapaxie (PNL)

Deze ingreep wordt minder frequent toegepast dan ESWL of URS. Het is een techniek om zeer grote stenen (>2cm) uit de nier of het hoogste deel van de urineleider te verwijderen.

Bij de ingreep wordt eerst een kathetertje met een ballon via de plasbuis en de blaas tot in de urineleider ingebracht. Nadien wordt de patiënt op de buik of op de zijde gedraaid. Via een sneetje in de rug of in de flank wordt de nier, onder geleide van de echografie, aangeprikt. Het ontstane kanaaltje wordt opgetrokken en er wordt een buisje doorgeschoven waardoor een cameraatje met werkkanaal tot in de nier wordt gebracht. Hier wordt de steen meestal met de laser in stukken gebroken, die dan met een tangetje uit de nier verwijderd worden. Aan het einde van de ingreep wordt een drain of katheter in het kanaal ingebracht zodat de bloederige urine goed kan aflopen. Het bloed blijft meerdere dagen in de urine aanwezig.

De ingreep gebeurt altijd onder algemene narcose en de patiënt blijft 3 à 4 dagen opgenomen in het ziekenhuis.

Na de ingreep mag de patiënt gedurende 3 weken geen zware inspanningen leveren of sporten.

Bij pijn, overvloedig bloedplassen of koorts dient patiënt onmiddellijk naar de dienst spoedgevallen te komen.