Onderzoeken

Endoscopie

Endoscopie is de verzamelnaam voor alle onderzoeken waarbij een flexibele slang (endoscoop) in een inwendig kanaal wordt gebracht om in het lichaam te kijken. Aan het uiteinde van het instrument zit een lampje en een camera. Er zijn verschillende soorten endoscopieën. De keuze voor de scopie is afhankelijk van het stuk darm dat de arts wil onderzoeken.

Bij een endoscopie gaat de arts dus met een kijkinstrument via de mond of anus naar binnen. De beelden verschijnen op een televisiemonitor. Met behulp van deze techniek kan de arts het slijmvlies in het maagdarmkanaal bekijken en kunnen weefselhapjes (biopten) worden afgenomen, die vervolgens onder de microscoop kunnen worden onderzocht.

Een endoscopie is noodzakelijk om een goede diagnose te stellen of om het verloop van een maagdarmziekte te vervolgen. We gaan hieronder wat meer in detail in op drie typen endoscopieën:

  • Een colonoscopie: hier zal de arts de endoscoop via de anus door de dikke darm schuiven tot aan de overgang met de dunne darm. Ook de laatste 10-30 cm van de dunne darm (terminale ileum) kan worden bekeken.
  • Een oesofago-gastro-duodenoscopie: het onderzoek van de slokdarm (oesofago), maag (gastro) en duodenum (duodeno), waarbij het instrument via de mond wordt ingebracht.

 

Radiologische technieken

Het maagdarmkanaal kan ook met verschillende radiologische technieken worden onderzocht. Bij colitis ulcerosa hebben deze technieken echter beperkingen omdat het hier een ontsteking betreft van een slijmvlies dat maar één millimeter dik is. Dat is buitenaf lastig te zien. Bij de ziekte van Crohn daarentegen treft de ontsteking de gehele darmwand en soms ook weefsels daarbuiten, wat juist goed te beoordelen valt met radiologische technieken, die in en buiten de wand kijken, wat een endoscopie niet kan. Een ontsteking van de dunne darm is met een standaard endoscopisch onderzoek bijvoorbeeld alleen in het allerlaatste deel van de dunne darm te beoordelen.

Echografie, CT- en MRI-scans zijn dan ook de meest gebruikte radiologische technieken om de hele dunne darm te onderzoeken, waarbij een echografie en een MRI-scan de voorkeur hebben. Hierbij wordt naar de mate van ziekteactiviteit gekeken, alsook naar complicaties (bijvoorbeeld fistels, abcessen).

bron: Alles over chronische darmziekten, D'Haens G. en Vermeire S., Lannoo (2017)