Behandeling

Medicatie:

Bij aortaklepstenose zullen symptomen of verslechtering van de hartfunctie bepalen of er een indicatie ontstaat voor een invasieve therapie. Medicatie brengt geen verbetering van de overleving mee.
Voor aortakleplekkage kan medicatie in het begin nog een bijdrage leveren. Ook hier zal de functie van hart bepalen wanneer er een chirurgische ingreep dient te gebeuren.

Ingreep:

  1. Minimaal invasieve aorta klepvervanging
  2. Transcatheter aortaklepimplantatie (TAVI)
  3. Klassieke chirurgische aortaklepvervanging
  4. Klepherstel / Ross-procedure

1. Minimaal invasieve aortaklepvervanging

Het principe van chirurgie blijft dezelfde als bij de klassieke aortaklepchirurgie waarbij het hart wordt stilgelegd tijdens de procedure om de zieke hartklep te vervangen.

De toegang tot de klep wordt bewust kleiner gehouden. Slechts een klein gedeelte van de borstkas wordt geopend, en ook het borstbeen wordt niet volledig geopend. Deze technieken hebben dezelfde kwaliteit, maar hebben voordelen op esthetisch gebied, en de revalidatie gaat ook sneller.
Gemiddeld verblijf na minimaal invasieve aortachirurgie: 5-6 dagen.

Voordeel van de minimaal invasieve techniek ten opzichte van de klassieke operatie:

  • minder pijnklachten;
  • minder bloedverlies;
  • beter behoud en herstel van de longfunctie;
  • esthetisch mooier.

Indien gekozen wordt voor een chirurgische aortaklepvervanging, wordt in ons team in principe altijd gekozen voor de minimaal invasieve aanpak tenzij er anatomische contra-indicaties zijn.

Filmpje: minimaal invasieve ingreep (beelden van de eigen ingreep)

2. Transcatheter aortaklep implantatie (TAVI)

Sinds enkele jaren een waardig alternatief voor de chirurgische klepvervanging voor iets oudere patiënten. Het betreft hier voornamelijk patiënten met een bepaald risicoprofiel waarbij een chirurgische aortaklepvervanging als risicovol wordt beschouwd.

Indicaties voor deze techniek worden uitsluitend gesteld in het hartteam waarin cardiologen, hartchirurgen en geriaters de juiste patiënten selecteren volgens de geldende internationale richtlijnen.
De indicaties evolueren op dit ogenblik, waardoor in de toekomst meer en ook jongere mensen in aanmerking komen voor deze nieuwe technologie.

Principe
Doorheen een slagader (liesader, halsader of direct op de grote lichaamsslagader) wordt toegang verkregen tot het hart.
Zonder het hart volledig stil te leggen, wordt de oude klep opengeblazen om plaats te maken voor de nieuwe klep, die zich zal verankeren in de oude klep.
Vervolgens wordt de  nieuwe klep in gekrompen toestand tot op het niveau van de zieke aortaklep gebracht.
Eens hier aangekomen wordt deze nieuwe aortaklep opengezet. De verkalkte klep blijft dus ter plaatse.

 

3. Klassieke aortaklepvervanging

Het hart wordt tijdens de ingreep stilgelegd om de zieke aortaklep volledig te kunnen verwijderen. Een nieuwe aortaklep wordt vervolgens op de plaats van de oude gepositioneerd.

Was gedurende jaren de gouden standaard hoewel heden nog weinig gebruikt aangezien er minder invasieve mogelijkheden zijn. Is wel nog steeds de toetssteen voor alle nieuwe therapieën.
Toegang tot de aortaklep gebeurt via een insnede over de volledige lengte van het borstbeen. Het borstbeen wordt over de gehele lengte geopend.

4. Aortaklepherstel en Ross-procedure

Bij jongere patiënten (<60 jaar)


 Aortaklepherstel:
In geval van een lekkende klep met uitzetting van de grote lichaamsader kan dmv van chirurgische technieken de aortaklep terug in zijn originele dimensies hersteld worden.
Hierdoor kunnen we zonder gebruik van prothesen toch een duurzaam herstel bekomen.

Ross-procedure:
Door gebruik te maken van de longslagaderklep kunnen bij jonge patiënten vernauwde kleppen vervangen worden door eigen weefsel.
De longslagaderklep wordt dan vervangen door een donorklep.