Postoperatieve kinesitherapie op intensieve zorgen

Na de operatie verblijf je ± 1-2 nachten op de afdeling intensieve zorgen. Hier starten we al met kinesitherapie. De kinesist komt tot 3 maal per dag met je oefenen. We richten onze aandacht voornamelijk op de ademhalingsoefeningen. Daarnaast doen we ook al enkele oefeningen met de armen en benen om de bloedcirculatie te stimuleren.

Ademhalingsoefeningen

Voor we starten met de ademhalingsoefeningen zullen we zorgen voor een goede rechtop zittende houding in bed. Indien je pijn hebt, is het belangrijk om dit te melden aan de verpleegkundige. Dit is belangrijk om de ademhalingsoefeningen correct te kunnen uitvoeren.

1. Ademhalingstoestel – Mediflo Duo, triflo, trigym, cliniflo, flutter, …

Eén van de ademhalingsoefeningen doen we met een ademhalingstoestel. Dit toestel zal je krijgen tijdens het KZP of bij de opname.

De Mediflo Duo

De Mediflo Duo kan op 2 manieren gebruikt worden: 

  1. Uitademen – (expiratie) 
    Het buisje staat bovenaan, het dopje opzij en het pijltje op de gele cijfers. 
    Dan kan je door het toestelletjes blazen. 
    De uitademingsoefening wordt uitgevoerd door langzaam uit te ademen door het mondstuk tegen een weerstand.
  2. Inademen – (inspiratie) 
    Het buisje staat langs de zijkant, het dopje bovenaan en het pijltje op de blauwe cijfertjes.  
    Dan kan je door het toestelletje zuigen. 
    De inademingsoefening wordt uitgevoerd door langzaam, continu en zo diep mogelijk in te ademen door het mondstuk.

Bij het blazen en zuigen zie je het balletje naar boven gaan. Wanneer je het balletje gemakkelijk 3 à 5 seconden kan laten zweven kan je het cijfer verhogen door aan het blauwe deksel te draaien. 
Hierdoor verhoogt de weerstand en maak je het in- of uitademen zwaarder.

Aangeraden is om ≥ 4x/dag te oefenen:
 - 10x uitademen (blazen)
 - 10x inademen (zuigen)

2. Borstademhaling
Hierbij legt de kinesist de handen op de borst van de patiënt. Er wordt gevraagd om diep in te ademen door de neus waarbij je de borst groot maakt. Daarna hou je de adem 3 tellen vast (adempauze), zodat de lucht in de longen goed kan verspreiden en achter de slijmen kan komen, om dan rustig uit te ademen door de mond. 

3. Buikademhaling
Je legt 1 hand op de buik en de andere hand op de borst. Je gaat inademen door de neus terwijl de buik daarbij naar boven komt. Dan hou je de adem 3 tellen vast en ga je terug uitademen door de mond. Bij het uitademen gaat de buik terug omlaag. Deze ademhalingstechniek gebruiken we het meest. 

4. Autogene Drainage
Deze ademhalingstechniek helpt om fluimen uit de kleinere vertakkingen van de luchtwegen naar boven te halen en dit op de verschillende niveaus. Deze techniek wordt samen met de kinesist uitgevoerd.

5. Huffen
Wanneer je bij de oefeningen fluimen naar boven voelt komen ga je de ‘huf-techniek’ toepassen. Je gaat eerst diep inademen door de neus, de adem 3 tellen vasthouden om dan te zuchten via de mond. Je gaat kort en krachtig zuchten met een open mond, zoals je een spiegel/bril laat aandampen of een H-klank maakt. 

6. Hoesten/niezen
Naast het huffen kan je ook de fluimen ophoesten. Hierbij krijg je een hulpmiddel dat de “Sternshield” wordt genoemd. Dit is een elastische band die je rond de borst doet met vooraan twee handvaten. 
Wanneer je moet hoesten of niezen ga je de twee handvaten vastnemen en naar elkaar toetrekken. Dit zorgt ervoor dat je de operatiewonde gaat ondersteunen tijdens het hoesten.

Oefeningen boven – en onderlichaam

Dit zijn oefeningen ter bevordering van de bloedcirculatie en bevorderen/behouden van de spiermassa. 
Deze oefeningen zullen vanuit het bed of de zetel worden uitgevoerd.

  1. Bovenlichaam
    • Krachtige vuist maken en vervolgens vingers terug openen
    • Ellebogen buigen en terug strekken
    • Gestrekte armen tot schouderhoogte heffen tijdens inademen, laten zakken tijdens uitademen
    • Armen gestrekt voor je houden en kleine cirkels maken
    • Trek en krachtbewegingen worden vermeden 
  2. Onderlichaam
    • Vanuit de enkels voeten optrekken en wegduwen + cirkels draaien
    • Eén been buigen en terug strekken
    • Gestrekt been naar opzij bewegen en terug naar binnen bewegen