Algemene oncologie - Huidkanker en het melanoom

Het melanoom

Dit is een huid- of slijmvliezenkanker, de melanocyten (pigmentcellen van de derma) kunnen zeer uiteenlopende vormen aannemen: een bruine vlek of een vlek met een wisselende kleur, een puist, een verzwering. Enkel een arts kan de diagnose stellen.

De risico's
Vijf factoren verhogen het risico op melanoom:

  1. Een lichte huid: Keltisch type, met aanleg voor zonnesteken.

  2. Melanoom in de persoonlijke of familiale voorgeschiedenis (een antecedent bij een eerstegraadsverwant verhoogt het risico van 2 tot 3).

  3. Moedervlekken, vooral als ze talrijk zijn.

  4. Blootstelling aan de zon (en aan UV-stralen in het algemeen), in het bijzonder tijdens de kinderjaren, en antecedenten van een zonnesteek.

  5. Antecedenten van röntgendermatitis, van brandwonden, bepaalde littekens of andere chronische verzweringen.

Het komt er dus op neer dat een groot deel van de bevolking risico loopt. 

Preventie 
De beste preventie is de blootstelling aan UV-stralen verminderen op drie manieren. Dit zijn ze, in volgorde van doeltreffendheid:

  • Loop niet in de zon tussen 11 en 17u. Stel jezelf de eerste dagen geleidelijk bloot aan de zonnestralen. Vermijd lange zonnebaden. UV-stralen van een zonnebank worden niet aangeraden. 

  • Draag beschermende kledij: een T-shirt met lange mouwen, een  hoed met brede randen, een lange broek.

  • Gebruik over het hele lichaam beschermende zonnecrèmes (met ten minste een beschermende factor 20 tegen UVB- en ook tegen UVA-stralen), om de twee uur en na het zwemmen.

De behandeling 
Een chirurgische behandeling (verwijdering van de tumor en ganglionaire curettage indien nodig). 
Soms wordt er - na de chirurgische behandeling - chemotherapie, immunotherapie en radiotherapie toegepast, naargelang het geval. 

Elk geval is uniek. De prognose hangt vooral af van het beginstadium van de tumor (metastasen of niet). Voor hun beslissing baseren je artsen zich op de volgende punten: de gediagnosticeerde kankersoort, de graad van de kanker (graad van kwaadaardigheid), het stadium van de kanker, de wetenschappelijke bewijzen voor de doeltreffendheid van de behandeling voor deze kankersoort en je algemene gezondheidstoestand. Jouw artsen zullen je om inlichtingen vragen die hen helpen bij de keuze van de in jouw geval, aangewezen behandeling.
Je zal behandeld worden door een toegewijd team dat bestaat uit artsen, verpleegsters en andere specialisten. Aarzel niet om je tot een van deze zorgwerkers te richten als je hulp nodig hebt.

Het basocellulair carcinoom

Multifactorieel en soortgelijk aan het melanoom.


Soorten basocellulair carcinoom en klinisch aspect:

- nodulair: klein glazig knobbeltje met kleine bloedvaatjes (teleangiëctasieën) aan de oppervlakte, kan verzweren.
- sclero-nodulair: afgeplat, ingedrukt, verhard, wit- of geelachtig knobbeltje. Agressiever en vaker recidief.
- aan de oppervlakte liggend: een of meerdere rode en afschilferende zweertjes, vooral ter hoogte van de romp en de ledematen, maar ook ter hoogte van het hoofd en de hals.

Behandeling:
De therapeutische modaliteiten zijn veelvuldig en afhankelijk van het centrum van de tumor, van zijn histologisch type en van het gebied. Hier volgen de belangrijkste: elektrocoagulatie, exerese, cryochirurgie, chirurgie (Moh), radiotherapie, chemotherapie.
Het basocellulair carcinoom kent een trage en lokale evolutie. Er zijn slechts weinig metastasen, minder dan 0.1 %.

Het spinocellulair carcinoom

zie het basocellulair carcinoom of het melanoom

Klinisch aspect
- verzweerd knobbeltje of oppervlakkige aantasting van de huid of van de binnenlip 
- wratachtige papel of laesie in plaque-vorm

Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de omvang, de ligging, de graad van histologische differentiatie, de leeftijd en algemene toestand van de patiënt. Gezien de agressievere aard van de tumor, moet de behandeling eveneens agressiever zijn. Daarom worden dus traditioneel een chirurgische behandeling en radiotherapie toegepast. 
Het risico op metastasen wordt hier geschat tussen 0.3 en 4%, en is dus hoger dan bij het basocellulair carcinoom.

Epidemiologie en diagnostiek

1) Epidemiologie:
Leeftijd: het melanoom treft een groot deel van de bevolking, met uitschieters rond 20-30 jaar en 55 jaar. 3/4 van de melanomen treden op voor 70 jaar.
Sekse: frequenter bij mannen dan bij vrouwen.
Ras: frequenter bij westerlingen met een blanke huid dan bij personen van het Afrikaanse type met een zwarte huid. 
Geografie: de landen waar de kanker  het meest voorkomt zijn Australië en Israël.
Plaats van het letsel: de meeste letsels zijn huidletsels maar men vindt er ook op het netvlies, de neus-keelholte, de vulva of het anaal kanaal.

2) Diagnostiek:
Het belang van het klinisch onderzoek moet niet meer bewezen worden, en elk verdacht letstel moet grondig onderzocht worden. Hier volgt het ABC om een verdacht letsel van een goedaardig te onderscheiden: 
 

 

Goedaardig

Kwaadaardig

Asymmetrie

nee

ja

Onregelmatige randen

nee

ja

Onregelmatige randen

eenvormig / bruin

veelkleurig / zwart

Diameter

minder dan 6mm

meer dan 6mm

Stadiumbepaling en prognose

1) Stadiumbepaling:

  • Microstaging: het Clark's level en de Breslow's thickness. 
  • Klinische en pathologische staging: AJCC stage en TNM.

2) Prognosebepalende factoren:

  • Naast de stadiumindeling hierboven, en vooral de diepte, is het histologische type beslissend (nodulair melanoom en "acral-lentiginous" bieden minder goede vooruitzichten). 
  • De beginplaats van de tumor, zoals de ledematen, zou een beter vooruitzicht geven in vergelijking met letsels op de romp en het hoofd of de hals.