Incontinentie

Normale werking van de blaas

Onze blaas bevindt zich onderin de buik, achter het schaambeen. Het is een min of meer bolvormig orgaan. Aan de zijkant monden 2 urineleiders uit die de urine  van de nieren naar de blaas vervoeren. Leeg is de blaas erg klein, maar gevuld kan deze 400 ml bevatten. De urine kan niet terugvloeien van de blaas naar de nieren. Onderaan de blaas hebben we de urinebuis.

De wand van de blaas bestaat uit een spierlaag waardoor ze zich kan spannen en ontspannen. Om ervoor te zorgen dat de urine niet zomaar uit de blaas stroomt wordt ze afgesloten door een sluitspier. Deze sluit de uitgang af zolang urineverlies niet gewenst is. De blaas is voorzien van een heel netwerk van zenuwen die de besturing van de blaas mogelijk maken. De binnenkant van de blaas is bedekt met een slijmlaag , die mogelijke bacteriën in onze blaas doodt.

Incontinentie - nieren

De blaas zorgt ervoor dat urine geproduceerd door de nieren tijdelijk wordt opgeslagen. Zo verliezen we niet de ganse dag door urine. Wanneer de blaas voldoende gevuld is kan ze, omdat ze voorzien is van een spierlaag, zichzelf tot een klein balletje samenknijpen. Tegelijkertijd ontspant de sluitspier zich en kan de urine het lichaam verlaten. Dit alles gebeurt automatisch en wordt vanuit het ruggemerg geregeld. Een gezond persoon die voldoende drinkt moet ongeveer  4 à 5 keer plassen per dag.

Wat is urine-incontinentie ?

Urine-incontinentie is een aandoening waarbij men geen of een verminderde controle heeft over de blaas. Incontinentie kent verschillende vormen en oorzaken. Het is een vaak voorkomende aandoening waarrond nog veel taboe hangt.

Vormen van incontinentie

Stress – incontinentie of inspanningsincontinentie

Stressincontinentie is het ongewenst urineverlies bij plotse drukverhoging in de buik zoals bij het tillen van zware lasten, lachen, hoesten of sporten. Het is een aandoening die meestal veroorzaakt wordt door verslapping van de sluitspier van de blaas door een tekort aan oestrogenen of verslapping van de bekkenbodemspieren na een bevalling. Stress-incontinentie komt dan ook veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen.

Aandrangsincontinentie of urge – incontinentie

Bij urge – incontinentie of aandrangsincontinentie krijgt men een plotse en zeer sterke aandrang tot plassen vaak met urineverlies. Deze aandrang wordt veroorzaakt door overactiviteit van de blaas. Hierbij trekt de blaas samen wanneer het eigenlijk niet hoeft vb bij een blaasontsteking. Ook een onstabiele blaas geeft deze drang. Hierbij is er een verstoord evenwicht tussen het samentrekken van de blaas en de werking van de sluitspier.

Wanneer mensen last hebben van een overactieve blaas zullen zij overdag heel vaak moeten plassen ( meer dan 8 keer per dag) en ook ‘s nachts zullen zij meer dan 1 keer moeten plassen.

Druppelincontinentie of overloopincontinentie

Druppelincontinentie geeft  ongewild en druppelsgewijs urineverlies. Het is als het ware een volle blaas die “overloopt”. Na het plassen blijft er vaak een aanzienlijke hoeveelheid urine achter in de blaas ( residu). Dit residu kan bepaald worden door middel van een klein echografietoestel of door een eenmalige sondage. De oorzaken van deze vorm van incontinentie zijn een verzwakte blaasspier of belemmering in de afvoer van urine vb door een vernauwing van de urinebuis of een vergroting van de prostaat. Deze vorm komt meestal voor op oudere leeftijd en vaker bij de man dan bij de vrouw.

Totale incontinentie

Bij totale incontinentie is er geen aandrangsgevoel en verliest men steeds urine. De controle over onze blaasspier is volledig verdwenen. Omdat de werking van onze blaas geregeld wordt door ons zenuwstelsel kan er bij beschadiging van de zenuwbanen die onze urinelozing controleren incontinentie optreden. Deze beschadiging kan het gevolg zijn een ingreep of een ongeval. Maar er zijn ook neurologische en chronische aandoeningen die incontinentie veroorzaken zoals beroertes, de ziekte van Parkinson, de ziekte van Alzheimer, diabetes, multiple sclerose, hersentumoren,….

Functionele incontinentie

Wanneer men niet op tijd het toilet kan bereiken doordat er sprake is van een beperkte mobiliteit of van een psychische aandoening zoals dementie of de ziekte van Alzheimer spreken we van functionele incontinentie . Bij personen die bedlegerig zijn, in een rolstoel zitten, of zich niet zelfstandig kunnen voortbewegen, komt incontinentie vaak voor.

Behandeling van incontinentie

De behandeling van incontinentie wordt bepaald door de oorzaak van de incontinentie. Er zijn verschillende manieren  om om te gaan met ongewenst urineverlies.

Streef een gezonde levensstijl na

  • Voldoende drinken: Mensen die problemen met de blaascontrole ondervinden hebben vaak de neiging om minder te gaan drinken. Ze hopen zo het urineverlies te beperken. Voor de algemene gezondheid is het belangrijk voldoende vocht binnen te krijgen. Er wordt geadviseerd om 1 à 2 liter vocht per dag te drinken. Voldoende drinken bevordert de goede werking van de blaas en voorkomt blaasinfecties. Alcoholhoudende dranken kunnen bij sommige mensen tot klachten leiden omdat ze werken als een vochtafdrijver waardoor je vaker moet plassen. De cafeïne in koffie, thee en bepaalde frisdranken kan de blaaswerking stimuleren.
  • Stop met roken: Roken kan inspanningsincontinentie verergeren: het leidt tot hoesten, waarbij druk op het abdomen (de buik) wordt gezet.
  • Zorg voor voldoende beweging en een gezonde voeding: Een goede conditie met voldoende beweging is bevorderlijk voor de algehele gezondheid en kan de blaaswerking verbeteren. Zorg dus voor voldoende lichaamsbeweging. Onvoldoende lichamelijke beweging en ongezonde voeding met overgewicht kunnen problemen geven omdat de spieren en de blaas extra worden belast.
  • Bekkenbodemoefeningen: Bekkenbodemtraining kan helpen tegen urine-incontinentie, met name tegen inspanningsincontinentie. Met deze oefeningen versterk je de spieren in de bekkenstreek. Nadeel is dat deze oefeningen gedurende een langere tijd moeten gedaan worden alvorens men resultaat krijgt. Bekkenbodemspiertraining kan aangeleerd worden door een kinesitherapeut en vraagt optimale medewerking van de patiënt.
  • Blaastraining: Vooral bij mensen met zogenaamde aandrang- of urge-incontinentie, die heel vaak en/of heel dringend moeten plassen, kan  blaastraining effectief zijn. Met een blaastraining leer je om niet meteen naar de WC te gaan als je moet plassen. Je probeert steeds iets langer te wachten voordat je gaat plassen. Net zo lang tot er 3 tot 4 uur zit tussen de keren dat je moet plassen. Je blaas went er zo aan om steeds voller te worden. Je moet deze therapie ten minste zes weken volhouden voordat ze resultaat oplevert. Het verminderen van angst en spanningen rond het toiletbezoek kan ook helpen. Stress en emotionele reacties kunnen leiden tot spanning in de onderbuik. Daardoor worden je darmen en blaas op een verkeerde manier onder druk gezet en denkt je dat je naar de wc moet.
  • Medicatie: Wanneer je problemen hebt met ongewenst urineverlies is je huisarts de aangewezen persoon om je verder te helpen. Indien nodig kan hij een medicamenteuze behandeling opstarten.
    • Hormoontherapie: De toediening van hormonen (oestrogenen) bij vrouwen kan een verbetering geven bij stress – incontinentie.
    • Antibiotica: Bij ongewenst urineverlies ten gevolge van een blaasontsteking zal je arts antibiotica voorschrijven.
    • Blaasontspanners: Deze medicijnen hebben een remmende werking op de samentrekking van de blaas. Er zijn ook medicijnen die een ontspannende werking hebben op de prostaat en hierdoor het urineverlies bij mannen  kunnen verminderen.

Hulpmiddelen bij incontinentie

Incontinentie heeft een grote invloed op de dagelijkse bezigheden. Een  juiste keuze van incontinentiemateriaal is dan ook erg belangrijk.  Het moet veilig en comfortabel zijn, maar ook discreet.

Bij het maken van een keuze zijn er 2 belangrijke aspecten: de absorptiegraad en de pasvorm.

Afhankelijk van de hoeveelheid urine die men verliest zal men de keuze maken voor een inlegluier ( met verschillende variaties van grootte en absorptiegraad), een luierbroekje of een klassieke luier. Maar ook de pasvorm is erg belangrijk. Is een luier of verband te groot of te klein kan men lekkage krijgen ongeacht de absorptiegraad. De pasvorm zal ook afhankelijk zijn van de graad van beweeglijkheid die iemand heeft. Ben je nog zeer actief  dan zullen de eisen gesteld aan het materiaal anders zijn dan wanneer je rolstoel gebonden of bedlegerig bent.

De inlegluier

Bij licht of matig urineverlies is een inlegluier meestal voldoende. Een inlegluier wordt meestal gedragen in een onderbroek of slipje en biedt  een veilig gevoel bij beperkt urineverlies. Een grotere inlegluier kan eventueel op zijn plaats gehouden worden met een netbroekje.

Er bestaan inlegluiers voor vrouwen en inlegluiers voor mannen. Het verschil bestaat er uit de plaats waar het absorptievermogen het grootst is: aan de voorzijde bij de man en aan de onderzijde bij de vrouw. Ook zijn er vaak anatomische aanpassingen die het draagcomfort verhogen en lekkage vermijden.

Draag een inleglegluier steeds in aanpassend ondergoed (geen boxershort of te grote onderbroeken). Dit verhoogt de kans op lekkage! Vervang je inlegluier wanneer nodig.

Het is ook af te raden om 2 inlegluiers op elkaar te kleven om zo de absorptie te verhogen. De onderste laag is ondoordringbaar waardoor de urine eerder langs je benen zal lopen dan opgevangen te worden in een tweede inlegger. Heb je toch lekkage dan is het raadzaam een inlegger met een hoger absorptievermogen te nemen.

Het luierbroekje of pants

Een erg populair incontinentieverband is het  luierbroekje. Sommige mensen vinden het aangenamer om pants in plaats van verband te gebruiken. Luierbroekjes  lijken op normaal ondergoed en geven een gevoel van bescherming  waardoor je je minder onzeker zal voelen. Ook hier wordt er een onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Het ziet er uit als een damesslip of een boxershort voor mannen. De pants zijn absoluut aan te raden bij zwaarder urineverlies.

Pants zijn verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen en zijn in de meeste gevallen wegwerpmateriaal, maar er zijn ook plastiek broekjes waarin men een verband legt en deze zijn herbruikbaar.

Ook bij pants is de juiste materiaalkeuze belangrijk. Je levensstijl en de mate van incontinentie bepalen mee welk broekje voor jou het best is. Het is heel belangrijk dat een pants goed aansluit op buik en benen zodat je je geen zorgen hoeft te maken over doorlekken. Pants bestaan er in verschillende maten, kies voor de juiste !

Ook hier is het af te raden om een inlegluier in een pants te gebruiken, dit verhoogt alleen maar het risico op lekkage.

De luier

Dit is een absorptieverband dat gebruikt wordt bij zware incontinentie. Het bestaat  uit 1 geheel dat gemakkelijk aan te brengen is bij bedlegerige patiënten. Het wordt gesloten met kleefstrips. Een luier wordt vaak gebruikt bij mensen die rolstoelgebonden of bedgebonden zijn.

Ook hier is de pasmaat erg belangrijk. Luiers moeten goed aansluiten, zowel ter hoogte van de taille als van de liezen om lekkage en afzakken te vermijden. Dit systeem is makkelijk te vervangen zonder dat men zich daarvoor onderaan helemaal dient uit te kleden ( in vergelijking met de pants).

Dit systeem kan zowel vooraan als achteraan gesloten worden. Wanneer men een luier rechtstaand vervangt kan het achteraan sluiten wel handig zijn.

Ook hier zijn er verschillende absorptiegraden. Voor de nacht verkiest men bij voorkeur een luier met een groter absorptievermogen. Deze systemen hebben vaak een indicatorstrip die aangeeft wanneer de luier dient vervangen te worden.

Belangrijk

  • Vervang tijdig de luier om lekken en irritatie tegen te gaan. Het voorkomt ook geurtjes. Dagelijkse hygiëne is belangrijk, maar vermijdt sterke zepen en lotions. Zuiver water is voldoende.  Maak bij irritatie gebruik van een helende en beschermende zalf zoals zinkzalf.
  • Zorg voor een goede pasvorm. Dit verhoogt het draagcomfort en vermindert het risico op lekken.
  • Ga voor een hoger absorptievermogen wanneer je last hebt van lekkage. Gebruik in geen geval meer dan 1 inlegger tegelijkertijd of gebruik geen inleggers in je luier.  Ga ook geen grotere maat gebruiken; dit heeft geen enkele meerwaarde.

Waar kan ik mijn materiaal aankopen?

Laat je goed informeren bij de aankoop van incontinentiemateriaal. Dit kan bijvoorbeeld in de thuiszorgwinkel of de apotheek. Er zijn ook firma’s die een proefpakket aanbieden.

Er bestaat ook een  jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten voor incontinentiemateriaal. Meer informatie kan je bekomen vinden bij je ziekteverzekering.