pijnbestrijding na operatie

4 Pijnmedicatie Klassieke pijnstilling volgens een vast schema: U krijgt op vaste tijdstippen uw pijnmedicatie toegediend. Dit geeft een continu pijnstillend effect en vormt de basis van uw pijnbehandeling. Extra pijnstilling: Extra pijnmedicatie kan voorgeschreven worden door de arts en wordt enkel gegeven indien u ondanks het vaste pijnschema toch nog pijn ervaart. Pijnstilling via een katheter in de rug (PCEA – Epiduraal) Vóór de operatie zal de anesthesist onder plaatselijke verdoving een katheter (buisje) in de rug plaatsen. Via de pijnpomp, die aangesloten is aan deze katheter, krijgt u continu pijnstillende medicatie toegediend. Indien dit onvoldoende pijnstilling geeft, kan u zelf een extra dosis pijnmedicatie toedienen via een drukknop. De pijnpomp wordt zodanig ingesteld dat er geen gevaar is voor overdosis. Mees t a l wo rdt deze vo rm van pijnstilling goed verdragen, maar nevenwerkingen zijn natuurlijk wel mogelijk. Zo kan er krachtsvermindering van de benen, jeuk of moeilijkheden bij het plassen optreden. Deze klachten zijn tijdelijk van aard, maar u meldt ze toch best zo snel mogelijk aan de verpleegkundige of arts. De (pijn)verpleegkundige zal u regelmatig bevragen over uw pijnervaring.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=