Tens

6 Een of meerdere zenuwvezels zijn verantwoordelijk voor het ontstaan en doorgifte van pijnprikkels. De arts zal eerst en vooral de plaats lokaliseren van deze zenuwen. Ter hoogte van deze zenuwbaan worden op de huid elektroden geplaatst, links en rechts naast de zenuwbaan. Met een dun soepel kabeltje worden deze elektroden verbonden met een zenuwstimulator, ook TENS-apparaat genoemd. Dit dunne kabeltje kan samen met het apparaat onzichtbaar onder de kleding gedragen worden. Je kunt het overal mee naar toenemen en ook gebruiken tijdens diverse activiteiten. Je hoeft dus niet stil te zitten of liggen als je het apparaat gebruikt. De elektroden worden op de huid gekleefd. Het feit dat er iets op de huid gekleefd wordt kan voor irritatie zorgen. Indien dit het geval is kan er eventueel gekozen worden voor een ander type van elektroden. De elektroden zijn meerdere malen te gebruiken. De zenuwstimulator zelf is een klein draagbaar apparaat en werkt met batterijen. Men stelt het apparaat in op de gewenste elektrische parameters en drijft langzaam de amplitude op zodat er een stroom gaat vloeien. De precieze duur van de batterijen is afhankelijk van de gebruikte stroomsterkte. Aan te raden is om niet oplaadbare batterijen te gebruiken. De stroom die gebruikt wordt voor de pijndemping, wordt door de gebruiker ook gevoeld. Dit moet ervaren worden als een tintelend of kriebelend gevoel. Deze zijn van een lage intensiteit en vrij onschuldig. Er volgt een proefperiode met de TENS-therapie van drie tot vier weken. Tijdens deze proefperiode kan je wennen aan de therapie en nagaan in welke mate de pijn afneemt. Na deze proefperiode volgt een evaluatie om vast te stellen of er voldoende pijnstilling opgetreden is en kan er eventueel een eigen toestel aangeschaft worden. Hiervoor neem je nadien contact op met de pijnverpleegkundige die je verdere informatie zal geven. Hoe werkt TENS?

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=