Patientenbrochure nucleaire geneeskunde

Scintigrafische onderzoeken 4 Voor een scintigrafisch onderzoek wordt een licht radioactieve stof toegediend (tracer). De toediening gebeurt meestal via een intraveneuze injectie doch kan voor specifieke onderzoeken ook gebeuren via inademing of via een maaltijd. De keuze van het isotoop is afhankelijk van het orgaan dat wordt onderzocht. Voor een aantal onderzoeken moet u na de injectie een bepaalde tijd wachten alvorens de beelden kunnen worden gemaakt. Bij het maken van de foto's ligt u op een smal bed terwijl een speciale camera dicht bij het lichaam geplaatst wordt. Deze camera kan op verschillende manieren gebruikt worden. Bij veel onderzoeken staan het bed en de camera stil tijdens het maken van de foto's. Bij andere onderzoeken schuift het bed langzaam onder de camera door. Bij een SPECT-opname draait de camera in een cirkel rond het bed, waardoor het mogelijk is om 3D-opnames te maken. Het is belangrijk dat u tijdens het maken van de foto's goed stil ligt, ook wanneer tussendoor het bed verschuift. Bij een aantal onderzoeken is het nodig om naast de SPECT-opname een aanvullende CT-scan te maken. Dit gebeurt met hetzelfde apparaat, direct na de SPECT-opname en duurt enkele minuten extra.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=