Voorkamerfibrillatie en pulmonale venen isolatie

7 Voorkamerfibrillatie Welke symptomen kunnen gerelateerd zijn aan voorkamerfibrillatie? VKF kan aanleiding geven tot hartkloppingen, kortademigheid, vermoeidheid, duizeligheid, flauwvallen, pijn in de borst, vochtophoping (oedemen), tijdelijke (TIA) of permanente (CVA) neurologische problemen of symptomen te wijten aan embolen. Een embool wordt veroorzaakt door het loskomen van een klontertje bloed of trombus uit de voorkamers. De trombus kan dan terecht komen in eender welk orgaan en kan daar leiden tot een infarct. Soms voelt patiënt de VKF niet en heeft hiervan geen enkele last. Welke problemen kunnen ontstaan bij voorkamerfibrillatie? Naast het ongemak en het verminderd inspanningsvermogen kunnen twee belangrijke problemen ontstaan: bloedklontervorming en hartverzwakking. Tijdens VKF kunnen zich bloedklonters vormen in de voorkamers doordat deze vrijwel niet meer samentrekken tijdens de ritmestoornis. Hierdoor kunnen de voorkamers zich niet meer volledig ledigen. Bloed dat minder vlot doorstroomt, heeft de neiging te verdikken en te klonteren, meestal thv het linker hartoortje. Indien een klonter vanuit de linkervoorkamer met de bloedstroom meegevoerd wordt naar de hersenen, kan dit leiden tot een beroerte omwille van een hersenembolie. De klonter kan ook in andere gedeelten van het lichaam terecht komen en daar andere symptomen veroorzaken door een slagader aldaar te verstoppen bv. koud been, koude arm, nierinfarct, ooginfarct, darminfarct,…Dit risico op klontervorming is weinig waarschijnlijk in de eerste 24 uur na het ontstaan van VKF. Ook na de behandeling van VKF en herstel van een normaal ritme kan een risico op klontervorming blijven bestaan. Naargelang dit risico zal de arts je bloedverdunnende medicatie voorschrijven. Voor sommigen zal dit tijdelijk zijn, maar anderen dienen levenslang bloedverdunners te nemen volgens een aantal risicofactoren weergegeven door een score systeem (CHA2DS2-VASc score).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=