Voorkamerfibrillatie en pulmonale venen isolatie

4 De werking van het hart Het hart is een pomp en bestaat uit vier holtes. Bovenaan liggen de rechter en linker voorkamers of boezems, onderaan bevinden zich de rechter en linker kamers. Het zuurstofarme bloed komt vanuit het lichaam via de bovenste en onderste holle ader de rechter voorkamer binnen. Deze stuwt het bloed naar de rechterkamer die het vervolgens naar de longen pompt door de longslagaders. In de longen wordt zuurstof opgenomen. De longaders (of longvenen) brengen het zuurstofrijke bloed naar de linker voorkamer. Daarna wordt het bloed naar de linkerkamer gestuwd om van hieruit in het lichaam gepompt te worden via de aorta. Om het hart te laten pompen, is een elektrische prikkel nodig. Deze prikkel ontstaat in de sinusknoop die zich hoog in de rechter voorkamer bevindt. De prikkel verspreidt zich in een golfbeweging over de voorkamers en geven de voorkamers het signaal om samen te trekken. Na de voorkamers geactiveerd te hebben, komt de prikkel aan in de atrioventriculaire knoop (AV-knoop) die gelegen is tussen de voorkamers en de kamers. De AV-knoop vertraagt de elektrische prikkels om zodoende de voorkamers de tijd te gunnen zich te ledigen in de kamers die zich gelijktijdig vullen met bloed. Na de AV-knoop worden de elektrische prikkels door de kamers geleid via elektrische banen die de bundel van His, de rechter en de linker bundels en de Purkinjevezels genoemd worden. Deze banen geven de kamers het signaal samen te trekken en het bloed verder te pompen naar het lichaam.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=