Voorkamerfibrillatie en pulmonale venen isolatie

16 Wat mag je verwachten na de behandeling? De cardioloog heeft je uitgelegd dat de VKF niet steeds wegblijft na deze behandeling. Bij 15% van de patiënten is nog een tweede procedure nodig en bij minder dan 1% een derde procedure. Tijdens de eerste 3 maanden na de behandeling kunnen nog ritmestoornissen ontstaan. Indien de ingreep geslaagd is dan treedt na 3 maanden geen VKF meer op. Dit wordt verklaard door het feit dat het hart enerzijds een ‘geheugen voor de ritmestoornissen’ heeft wegens de elektrische remodellering die plaats gevonden heeft en anderzijds omdat het zolang duurt vooraleer het litteken zich volledig gevormd heeft. Bij de meeste mensen kan de medicatie voor het hartritme na 1 tot 3 maanden gestaakt worden. Bij sommige mensen zal de verdere toediening van deze medicatie nodig zijn om de ritmestoornissen te onderdrukken en dit hetzij op lange termijn hetzij tot aan de uitvoering van een tweede ablatie. De bloedverdunners kunnen vaak na 3 maanden gestopt worden. Bij patiënten met een hoge CHA2DS2VASC score wordt aanbevolen om deze medicatie verder te geven.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=