Voorkamerfibrillatie en pulmonale venen isolatie

10 De behandeling van voorkamerfibrillatie Is een ablatie altijd beperkt tot een pulmonale venen isolatie? Naast PVI, die de ‘hoeksteen’ van de behandeling vormt, kunnen bijkomende plaatsen geableerd worden ter preventie van voorkamerfibrillatie of van een geassocieerde ritmestoornis. Je behandelende arts zal deze beslissing nemen i.f.v. de ritmestoornissen die bij jou vastgesteld werden en van de bijkomende elektrische informatie verzameld tijdens je interventie. Het gebied tussen de longaders (‘posterior wall’), die dezelfde embriologische oorsprong heeft als die van de longaders, wordt regelmatig behandeld, in het bijzonder bij mensen met een meer gevorderde vorm van de ziekte (persisterende voorkamerfibrillatie). Andere zones kunnen ook behandeld worden zoals de zone tussen de linker inferior longvene en de mitralisklep (‘linker isthmus’), het interatriale septum of de zone tussen de vena cava inferior en de tricuspidalis klep (rechter isthmus). In de linker helft wordt een 3-dimensionele reconstructie weergegeven van de linker voorkamer verricht met het navigatie systeem. De ablatiepunten rond de pulmonale vene ostia worden weergegeven als rode punten. In de rechter helft wordt een ablatiekatheter met een enkele tip afgebeeld.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzU3MDU=